Dit kreeg ik als antwoord op mijn brief aan het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat:
Hiermee reageer ik op uw vraag aan Informatie Rijksoverheid over de witte stok die u als slechtziende gebruikt als u deelneemt aan het verkeer. U vraagt of u een stok mag gebruiken die lichtgevend is, omdat de gewone witte stok in het donker en bij slecht weer niet goed zichtbaar is.
Dank dat u deze vraag aan mij voorlegt. Het is heel vervelend om te horen dat u bent aangereden en ik begrijp dat u zoekt naar mogelijkheden om dit in de toekomst te voorkomen.
De witte stok moet bijdragen aan uw veiligheid in het verkeer. In artikel 49, lid 1, van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (https://wetten.overheid.nl/jci1.3:c:BWBR0004825&hoofdstuk=II¶graaf=19&artikel=49&z=2017-07-01&g=2017-07-01) staat:
“Bestuurders moeten blinden, voorzien van een witte stok met één of meer rode ringen, en overigens alle personen die zich moeilijk voortbewegen, voor laten gaan.”
Door de blindengeleidestok zien andere weggebruikers dat er een blinde aankomt en moet men deze voor laten gaan. In de wetgeving wordt de witte stok met één of meer rode ringen, de blindengeleidestok, niet verder omschreven. We moeten daarom van het gewone spraakgebruik uitgaan. Een witte stok die wit licht geeft en één of meer rode ringen heeft, lijkt dan nog steeds een ‘witte stok met één of meer rode ringen’. Uit ‘één of meer’ zou je kunnen opmaken dat de wetgever niet slechts één ontwerp zou willen zien als ‘blindengeleidestok’.
Het is super fijn om dit te vernemen!